Van Hassel schetst de multiculturele samenleving vanuit diverse perspectieven
Jann Ruyters, Trouw, 5 oktober 2019
Voor goed bedoelende, beschroomde mensen is een nieuwe verhalenbundel van Sanneke van Hassel altijd een feestje, omdat ze zo graag en zo goed schrijft over door schroom verstoorde goede bedoelingen; over gevoelens, angsten en vooroordelen die een ontmoeting kunnen verstoren – of een nieuwe wending kunnen geven – maar die onuitgesproken blijven. In haar nieuwe bundel zit het al in de titel ‘Nederzettingen’ die verwijst naar een samenleving die is opgebouwd uit losse eilandjes in een vreemde wereld. Onder deze met elkaar opgescheepte buren (vriend en vijand) kolkt van alles maar wat precies wordt liever binnen boord gehouden.
In het titelverhaal zet Van Hassel die schroom prachtig neer als een in stilte verliefde verteller peinst over hoe ze een affaire met een collega op afstand hield. “Nu heb ik mijn hele leven een voorkeur gehad voor dingen die niet gebeuren. Niet van de hoge duikplank springen, niet nog even meegaan voor het laatste biertje, niet dat goede gesprek afmaken maar als bij toverslag, met een kwinkslag ontsnappen. Ook aan jou zou ik ontsnappen. Ik zou wel moeten.”
De verhalen in ‘Nederzettingen’ spelen in Rotterdam, Van Hassels woonplaats, de schrijfster schetst de multiculturele samenleving vanuit diverse perspectieven, van een Kaapverdische buschauffeur die tobt over de Hollandse verlangens van zijn zoons, tot een gepensioneerde Amerikaan die een Rotterdams archief bezoekt op zoek naar sporen van zijn in de jaren dertig geëmigreerde Nederlandse vader.
Het zijn verhalen waarin weinig gebeurt en die toch heel spannend zijn omdat de gevoelige vertellers (soms hypergevoelig op het paranoïde af) zoveel zien, of denken te zien, en ieder moment een ontsporing dreigt. Heerlijk is het openingsverhaal ‘In onze straat’ waarin een jongen op een scooter ten val komt en de vertelster (een schrijfster) probeert te bemiddelen tussen de verschillende partijen (nationaliteiten) daarbij bij iedere stap zichzelf corrigerend.
Prachtig verontrustend is het verhaal ‘Ik hoor het wel als we gaan inpakken’ over een stel dat op bezoek gaat bij vrienden die naar het platteland verhuisd zijn en bij wie de droom als een nachtmerrie is uitgepakt. Soms proef je even iets te veel de goede bedoelingen van de schrijfster die de mens wil laten zien in die niet gekende buur, maar Van Hassel verzandt niet in clichés. In luttele pagina’s brengt ze haar personages tot leven, in perfect gedoseerde portretten die lang naschrijnen.